SV | En de zon rees hem op, als hij door Pniel gegaan was; en hij was hinkende aan zijn heup. |
WLC | וַיִּקְרָ֧א יַעֲקֹ֛ב שֵׁ֥ם הַמָּקֹ֖ום פְּנִיאֵ֑ל כִּֽי־רָאִ֤יתִי אֱלֹהִים֙ פָּנִ֣ים אֶל־פָּנִ֔ים וַתִּנָּצֵ֖ל נַפְשִֽׁי׃ |
Trans. | 32:31 = H 32:32 wayyizəraḥ-lwō haššemeš ka’ăšer ‘āḇar ’eṯ-pənû’ēl wəhû’ ṣōlē‘a ‘al-yərēḵwō: |
En de zon rees hem op, als hij door Pniel gegaan was; en hij was hinkende aan zijn heup.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
En de zon rees hem op, als hij door Pniel gegaan was; en hij was hinkende aan zijn heup.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!